Natuurkundigen hebben fundamentele verschillen ontdekt tussen twee verschillende soorten kwantumvloeistoffen – de zogenaamde nucleonvloeistof, die bestaat uit protonen en neutronen, en de quarkvloeistof, die bestaat uit quarks en gluonen. De eerste soort vloeistof vertegenwoordigt de materie van atoomkernen, terwijl de tweede kan worden gevonden in het inwendige van neutronensterren. De bevindingen zijn gepubliceerd in het tijdschrift Physical Review B.
Nucleonen zijn samengestelde deeltjes, zoals protonen en neutronen, die op hun beurt bestaan uit quarks die met elkaar reageren via gluonen, de dragers van de sterke kerninteractie. Quarks komen niet geïsoleerd voor en combineren altijd tot nucleonen, wat bekend staat als opsluiting, hoewel men denkt dat binnen neutronensterren, waar de materiedichtheid extreem hoog is, een faseovergang plaatsvindt waarbij nucleonmaterie wordt omgezet in quarkmaterie.
Wetenschappers hebben theoretische berekeningen uitgevoerd om aan te tonen of quark- en nucleonmaterie op een fundamenteel niveau verschillen of zich op dezelfde manier gedragen. Het Landau-paradigma suggereert dat kern- en quarkmaterie niet van elkaar te onderscheiden zijn, zodat opsluiting niet duidelijk gedefinieerd kan worden in een theorie die de interactie tussen quarks in een dicht medium beschrijft.
